06 april 2015 Reykjavik - Hraunsnef





Als je de meestal heel beperkte ontbijten in de VS gewoon bent, is het bijzonder aangenaam om verrast te worden door het eerste ontbijt op IJslandse bodem dat werkelijk overdonderend is. We kunnen amper iets bedenken wat niet voorzien is.
 
Vooraleer Reykjavik te verlaten, rijden we eerst nog eens tot het meest westelijke punt. Er is hier een groot natuurgebied en vooral het grote aantal joggers valt ons op. IJslanders zijn blijkbaar begaan met hun gezondheid/conditie. En sporten bij deze uitermate gezonde lucht is wellicht ook heel wat anders dan in ons overbevolkt en overbereden België...



We rijden langs de bijzonder mooie Foraging-Hvalfjordur, een fjord van 30km lang en 5km breed en helemaal omzoomd met vulkanische bergen waar er nog heel wat sneeuw ligt. Overal zien we kolkende rivieren en watervallen.




Eigenlijk moeten we niet echt deze omweg van 60km maken om naar het noorden te rijden, want sinds 1998 is er een 5.7km lange tunnel onder het water, maar daarin heb je niet bepaald de beste uitzichten. Vandaar dus onze logische keuze om helemaal rond het fjord te rijden.

 



We wanen ons precies terug in het Zuidwesten en/of Alaska, want ook hier zijn we helemaal alleen op de weg. Echt niemand te zien en we kunnen dan ook zo goed als dezelfde "road"-foto's maken zoals in de VS.



Voorlopig is het nog droog en we profiteren ervan om snel wat videobeelden te maken met de GoPro op de voorruit.

--> Alle wegvideo's worden weergegeven aan 1,5x de werkelijke snelheid <--



Erg lang duurt de pret echter niet en de camera gaat opnieuw naar binnen. Niet dat de regen nefast is voor de camera (die zit in een waterdichte case), maar filmen met een lens die vol druppels hangt, heeft ook weinig zin...

We stoppen bij een punt waar de Amerikanen tijdens WO II een basis hadden. Veel is er daar vandaag uiteraard niet meer van te zien, maar het uitzicht is er wel nog altijd van dezelfde schoonheid.



Weeral gestopt met regenen en dus nog wat videobeelden als we richting Glymur rijden.



Glymur (IJslands voor geraas of getier) is een waterval die met zijn 196 meter, tot voor kort, als de hoogste van IJsland beschouwd werd.  In juli 2011 heeft men echter de hoogte gemeten van een waterval die vanuit de Morsárjökull, deel van de veel grotere Vatnajökull, van onder het gletsjerijs over de bergrand naar beneden stroomt. Deze blijkt ongeveer 240 meter hoog te zijn en is dus nu officieel de hoogste van IJsland.
Het onderste deel van de Glymur valt in een nauwe, diepe kloof en wordt daardoor gedeeltelijk aan het oog onttrokken. Bovendien is hij alleen te voet en lastig te bereiken, een tocht die ruim 1,5 uur duurt.
Maar exact een jaar geleden deden we de hike naar The White Domes (Utah) en dat was andere koek. Hier laten we ons dan ook niet afschrikken van 1,5u.
Er is echter wel een veel groter probleem: men kan op 2 manieren naar de watervallen, via de oostelijke en via de westelijke kant. Alleen, niemand schijnt te weten langs waar men moet voor de westelijke kant. Alle beschreven routes die we op internet vonden gaan via de oostelijke kant. Maar...daar moeten we door een kolkende rivier en daar neemt men, uit veiligheidsoverwegingen, in de winter de loopbrug gewoon weg.
Ach, we zien wel waar we eindigen, de hike op zich schijnt ook al heel mooi te zijn.
We vertrekken goed ingepakt met regenkledij en windstoppers en zien al heel snel geel geverfde stenen liggen die het oostelijke pad moeten aanduiden. We lopen door lavavelden, hier en daar nog door sneeuw en enkele keren moeten we ook kleine riviertjes door. Dat laatste gaat gelukkig altijd met droge voeten want overal vinden we wel ergens rotsen waar we kunnen opspringen.
Veel erger is echter de bijwijlen striemende sneeuwregen. Het enige onbedekte stukje huid, ons gezicht, wordt echt gepijnigd, als prikt men er met naalden in. We lopen dan ook pal tegen de wind in en die is zo strak dat de ijsregen bijna horizontaal op ons afkomt.

Maar moeilijk gaat ook, en een gepassioneerde fotograaf laat zich dan ook niet zo snel afschrikken...






We komen na zowat een half uur bij een grot waar we door moeten om tot bij de rivier te komen. Ook hier is alles duidelijk aangegeven, maar soms is het, door de regen, wel bijzonder glad en het is dan ook uitkijken geblazen om niet ineens enkele meters dieper naast de rivier terecht te komen.

Als we enkele tientallen meter langs de rivier gelopen hebben, komen we inderdaad op de plek waar de brug zou moeten liggen, maar het enige wat er nog is, is een stalen kabel die in de zomer moet dienst doen om er zich aan vast te houden. Maar nu is het uiteraard onmogelijk om hier over te steken.




We wisten het wel op voorhand dat het langs deze weg niet zou lukken om tot bij de watervallen te komen, maar we hebben onderweg gewoon geen enkele andere mogelijkheid en/of aanduiding gezien.
In elk geval is enkel de wandeling tot hier ook al heel mooi, ondanks het verschrikkelijke weer.
We draaien terug en komen, net als we uit de grot komen, 3 Ieren tegen die van een andere kant blijken te komen. Uiteraard vragen we direct of dit de westelijke route is, maar ook zij hebben niets gevonden. Ze hadden gewoon een pad gevolg, maar dat stopte bij een richel waar men zonder parachute ook niet veel verder kwam...
Maar ook daar moeten de uitzichten blijkbaar heel mooi zijn. We besluiten om toch maar eens te gaan kijken en als we enkele tientallen meter gelopen hebben komen we een viertal tegen dat ook al van die richting uitkomt. Ze zien er uit als verzopen konijnen, want helemaal niet voorzien van de juiste kledij. Het blijken dan nog Belgen te zijn, uit de stad waar mijn zoon 19 jaar geleden geboren werd...
Ook zij hebben niet echt een andere route gevonden, maar als ik met mijn camera helemaal inzoom op de bovenkant van een heuvelrug zie ik zowaar steenmannetjes staan. En we weten uit onze ervaring in Canada/Alaska dat dit altijd een soort richtingaanwijzers zijn. Een beetje zoals op veel andere plaatsen waar men ze "cairns" noemt en waar het eigenlijk niet veel meer zijn dan een hoopje stenen.
We besluiten om het met ons zessen nog eens samen te proberen. Na een tijdje moeten we door dichte beplanting en we zien ook nergens een pad.
Bovendien hebben we een beetje problemen met het feit dat we voortdurend over lage begroeiing moeten lopen. In Alaska en sommige delen van Canada (oa rond Lake O' Hara) heeft men al meermaals benadrukt dat die kleine plantjes bijzonder kwestbaar zijn. Daarenboven hebben ze slechts enkele maanden om sneeuwvrij te kunnen groeien en ze doen er jaren over om opnieuw te herstellen van schade onder andere door wandelaars die ze vertrappelen.
We besluiten dan ook om niet verder meer te gaan en deze hike misschien in de zomer van 2016 eens opnieuw te doen, maar dan via de oostelijke kant én over de rivier.
We zien het kwartet nog de heuvel opklauteren naar de top, maar verder hebben we ze niet meer gezien. Het begon ook bij vlagen bijzonder fel te waaien, "gusting winds" zoals men in het Engels zegt en gepaard gaand met opnieuw die ijsregen. We zijn wat blij dat we rechtsomkeer gemaakt hebben.
We vragen ons echt af hoe die 4 jongeren, met hun totaal ongeschikte kledij, het er van afgebracht hebben...






We komen tenslotte na 2u terug bij de auto en het eerste wat we doen is de zetelverwarming aanleggen. Thuis heb ik die nog nooit gebruikt, maar menslief, wat is dat hier nog eens een welgekomen optie op deze auto...

We hebben nu al gemerkt dat IJsland zo'n land is waar je eigenlijk om de 500m kan stoppen om foto's te nemen. En zelfs een eenzame visser heeft iets speciaal in dergelijk machtig decor.


Als we zowat een half uur aan het rijden zijn, zien we een bijzonder mooie scène, zo uit een toeristische folder geplukt...



Iets verder begint zelfs zowaar de zon te schijnen en zien we ook ganse stukken blauwe lucht.
Er is een gezegde in IJsland betreffende het weer: "If you don't like the weather, just wait 15 minutes". Wel, sinds vandaag kunnen we dat volop beamen. We hebben zowat alle weersomstandigheden gehad en dat allemaal meerdere keren herhaald op 1 dag.

We komen tenslotte rond 17u30 bij het Country Hotel Hraunsnef. Een "hotel" kan men dat niet noemen, maar wel een boerderij met heel mooie kamers. We krijgen een hoekkamer toegewezen en hier hebben we een heel mooi uitzicht.




De koeien en schapen staan net naast de gastenverblijven en telkens we naar de auto gaan, krijgen we een "boe-oe-oe"- of "bèeèeè" concert. Heel mooi en bijzonder goed passend bij deze schitterende natuur.


's Avonds eten we heel lekker in het restaurant van het "hotel", allemaal gerechten van eigen producten. Normaal gezien eet ik bijzonder graag schaap/lam, maar nu heb ik dat maar niet gedaan.
Misschien at ik anders wel een stukje op van het diertje dat mij daarnet nog zo vriendelijk stond te begroeten...

De eigenaars nodigen ons ook uit in de hot tub, maar dat zien we even niet zitten. Er staan er 2 en die hebben nochtans niet bepaald een slecht uitzicht...


We zijn hier pas 1 dag waarbij we gegeseld werden door de weerselementen, maar we zijn nu al helemaal verknocht aan dit prachtige, bijzonder merkwaardige land, vol woeste natuur.


Het weer: zon, striemende regen, stormachtige wind, opnieuw zon enz... 6°C

Overnachting in Country Hotel Hraunsnef
Aantal gereden km: 168

Geen opmerkingen:

Een reactie posten